Previous Columns 2008

"Terreur"
"Onderzoek"
"North Sea Songfestival"
"Jazz wordt swingend!"
"De Geur van Rat"
"Slachting onder platenzaken"
"Hoezo Auteursrechten?"





First published 5.08.2008

Terreur



Soms, heel soms bekruipt mij wel eens medelijden met de hedendaagse muziekrecensent van niet serieuze muziek.
U vraagt nu: ‘Waarom?'
Een muziekrecensent van niet serieuze muziek, samen te vatten onder de noemer ‘pop-muziek', kon tot eind jaren negentig in zijn of haar recensie volstaan met mededelingen omtrent het gebodene al dan niet gelardeerd met observaties betreffende de outfit van de artiesten en wat al niet meer. Muzikaal viel er natuurlijk niet al te veel eer te behalen aan wat zich op het podium afspeelde, veelal bij gebrek aan inventiviteit, vakmanschap en helaas maar al te vaak muzikaliteit.
Componisten van serieuze muziek mogen zich nog altijd in een zekere vorm van belangstelling verheugen maar waarom er van, om maar is wat te noemen, de Beau Brummels en Evan Bishop na de zeventiger jaren nooit meer iets vernomen is mag vermoedelijk aan één van de eerder genoemde factoren geweten worden. Al valt een auto ongeluk, overmatig genotmiddelen gebruik of een rampzalig verlopen vliegtocht ook niet geheel uit te sluiten als sleutel tot het waarom van de kortstondige roem.
De recensent van de huidige populaire muziekcultuur dient echter niet alleen groepjes van zingende, gitaar spelende lieden te bespreken maar ook het ‘optreden' van het fenomeen dj. Want zoals oplettende lezertjes hebben kunnen constateren worden de podia in toenemende mate bevolkt door epigonen van deze verderfelijke soort van non-musici.
Dan krijg je ‘recensies' in de trant van:
".....beats kwamen uit de boxen, chrysanten uit de helikopter en zon en regen uit de hemel.
Junkie XL zette een hemels muziekje op en het publiek draaide naar de helikopter om met geheven handen de bloemen uit de lucht te plukken. Om daarna te dansen op zijn hit Booming back at you.
"
Inderdaad wat moet je nog meer schrijven over het aangebodene. De ‘beats komen uit de boxen' en daarmee is het muzikale gebeuren wel beschreven. Rest alleen nog een vermelding van de entourage. Dat het lot van ‘levende muziek' hiermee wel min of meer bezegeld lijkt is dan geen vreemde gedachtesprong.
Overigens de genoemde Junkie XL - Junkie omdat de combinatie junk en Nederland het altijd goed doet in het buitenland - is natuurlijk een fenomeen waar wij in ons knollenland heel blij mee moeten zijn, want Junkie verspreidt Nederlands muzikale roem in verre buitenlanden. Junkie is zo'n wizzard van bits en bites die een internationale sterallure verwierf met het herinterpreteren van het Elvis nummertje ‘A little less conversation'. Hoe zo'n digitale haai zijn prooi verslindt viel in 2002 in Vrij Nederland en kortelings in de VPRO-gids te lezen:
"Het heeft geen strak tempo maar zwabbert heen en weer. Het start met 114 beats per minute, zakt terug naar 108 bpm en eindigt op 120 bpm. Ik ben uitgegaan van 114 bpm. Ik heb die track in bijna 800 stukken verdeeld, elke lettergreep van Elvis losgeknipt uit het origineel. Sommige stukjes heb ik langer gemaakt, andere korter, en achter elkaar gezet. Zodat het hele nummer een tempo heeft van 114 beats per minute."
Zo'n aanrander van muzikale waarden krijgt dan een hele avond op de Nederlandse tv om zijn imago van handige marketing boef nog verder uit te bouwen. Ik heb niet gekeken.
Iemand die ook doorhad waar het met de popmuziek naar toe ging was de kortelings overleden schrijver Alexander Solzjenitsyn die popmuziek omschreef als: "Vloeibare mest die zelfs onder het IJzeren Gordijn doorkroop". Over popmuziek heb ik navenante gedachten die ik als volgt heb samengevat:
Sinds de terreur van de popmuziek is het met de muziek in sneltreinvaart bergafwaarts gegaan. Alles maar dan ook letterlijk alles is vogelvrij verklaard. Muziek is in de handen gevallen van met een computer en ritmebox uitgeruste muzikaal minder bedeelden. Dit alles onder het goedkeurend oog van de boven ons gestelden die zich bij gebrek aan enige herseninhoud klakkeloos conformeren aan de non-smaak van het gepeupel. Er zijn wereldwijd al enige generaties opgegroeid die niet beter weten of muziek wordt gemaakt door handige jongens met behulp van computers, draaitafels en drummachines. Degenen die zich nog bekwamen in het bespelen van een instrument worden meewarig door het gepeupel aangekeken en beslist niet meer voor vol aangezien. De enigen die zich nog mogen verheugen in de belangstelling van het door ernstige gehoorbe-schadigingen aangetaste jeugdige publiek, zijn zangers/zangeressen van twijfelachtig allooi.
Niet omdat zij zo goed kunnen zingen maar simpelweg door het feit dat ze minder slecht zingen en beter ogen dan pakweg 20.000 andere malloten.

Herbert


First published 22.06.2008

Onderzoek



In de wereld van het onderzoek is niets te dol dus mag het niet verbazen, dat er een onderzoek is ingesteld naar de wijze waarop mannen en vrouwen op muziek reageren.
De grondslag voor dit onderzoek vormt het denkbeeld, dat vrouwen gevoeliger zijn voor muziek dan mannen.
Althans men ging er van uit, dat deze niet door onderzoek geschraagde gedachte, een juiste was.
Psycholoog Davis Moxon heeft in opdracht van Sony Ericsson nu de bijl aan de wortels van deze gedachte gelegd.
Vrouwen blijken helemaal niet gevoeliger voor muziek dan mannen. nee, zo denkt prof. dr. Moxon na onderzoek, het zijn juist de mannen die gevoeliger zijn. Dat wil ik gaarne voor kennisgeving aannemen en daarmee is de kous dan af.
Helaas voor prof.dr. Moxon staat in het artikeltje ook op welke bevindingen de uitkomst van zijn onderzoek gebaseerd is.
Die bevindingen deden mij de wenkbrauwen fronsen.
Als ik lees dat mannen licht opgewonden raken van korte stukjes Britse soul maar dat Duitse hip hop eveneens voor opwinding zorg draagt en niet te vergeten Estlandse pop - hallo bent u daar nog - dan begint er twijfel te knagen.
Een blik op de kalender leert dat 1 april reeds lang voorbij is en ook het idee aan een of andere vorm van practical joke moet het afleggen tegen het feit dat Sony Ericsson de initiator is van het onderzoek. Dit soort multimediale giganten blinkt op een gebied bijzonder uit, namelijk een compleet gebrek aan gevoel voor humor.
Wil en kan iemand mij duidelijk maken wat in hemelsnaam het nut van het onderzoek van Prof. dr. Moxon is geweest?
Het ontgaat mij namelijk volledig.
Zo'n Sony Ericsson geeft toch niet voor niets opdracht en geld?
Zijn jullie in staat de achterstaande gedachten te ontrafelen?
Wat staat ons binnenkort te wachten, een stortvloed aan op Duitse hipf hopf geïnspireerde ringtones die het verblijf in omgevingen met veel medemensen nog ondraaglijker gaat maken?
Voor de gemiddelde hetero muzikant lijkt het mij ook een demotiverende gedachte, dat vooral de mannelijke aanwezigen door zijn Letse rock opgewonden raken. Daarvoor ben je toch niet de muziek ingegaan.
Alle liefdesliedjes dreigen nu ook een andere impact te krijgen.
Het enige dat mij niet verbaasde was de constatering dat je van Latijns-Amerikaanse muziek niet alleen opgewonden raakt maar dat deze muziek tevens verantwoordelijk is voor een stress verhogende werking.
Bij mijzelf heb ik in vroeger jaren ook menig maal de neiging geconstateerd, om in opgewonden toestand een sambabal door de strot van een in Cubaans fantasiepak gestoken oe en aah schreeuwende malloot te duwen.
De vraag die nu gesteld mag worden: Waar gaat het volgende onderzoek van Prof.dr. Moxon over?
De invloed van de didgeridoo op de paringsdrift van Spakenburgse vrouwen?
Ik wacht vol spanning op de volgende uiting van onderzoeksgenot.
De Telegraaf weet het toch altijd wat sappiger te brengen. Hazes & Bauer maken hitsig.
Als je de twee knipsels bij elkaar voegt krijg je toch wel een erg deprimerend gevoel over het nut van muziek maken en de menselijke soort.

Herbert












First published 15.05.2008

North Sea Songfestival


Ja vrienden van de margemuziek ik heb een heus nieuwtje voor jullie:

Het North Sea Songfestival komt naar AMSTERDAM.

Nee, even serieus dit zuig ik niet uit mijn duim. Er is sprake van het situeren van een jazzpodium - swingend of niet swingend laat ik even in het midden - in de voormalige tramremise in de Bellamystraat in Amsterdam-West.
Het stadsdeel Oud-West laat de oude tramremise aan de Bellamystraat tot cultuurcentrum verbouwen. Het initiatief voor deze plannen is gedaan door de investeringsmaatschappij LETZ (Leuk En Toch Zinnig), waarbij onder meer Harry de Winter en Leon Ramakers betrokken zijn. Deze twee willen van de tramremise een bruisend cultureel centrum maken met o.a. twee theaters, filmzalen, restaurants, een expositieruimte, een bibliotheek en een pop-podium voor 2500 bezoekers. Een van de theater's heeft een capaciteit van 1200 plaatsen.
Het stadsdeel gaat er van uit dat het cultuurproject in 2010 zal zijn voltooid.
Nu wil het geval dat de organisatie van het North Sea Songfestival niet helemaal of wellicht helemaal niet, wie zal het zeggen, gelukkig is met de verhuizing naar Rotjeknor. Prima jongens die Rotterdammers maar toch niet een bakermat van de culturele beschaving vormend zoals voorheen Den Haag. De speurtocht naar een meer aansprekende locatie dan de Ahoy ging gewoon door en zodoende kwam op enig moment de voormalige tramremise in beeld. Men ging rond de tafel zitten met LETZ en in de daarop volgende onderhandelingen werd de mogelijkheid besproken van een permanent podium voor jazz en een meerdaags festival waarvoor alle in het complex aanwezige podia gebruikt kunnen worden.
Het jazzpodium zou een alternatief of aanvulling - afhankelijk van de kijkrichting - kunnen vormen voor het Bim-podium en tevens een constante publicitaire aandacht voor het komende North Sea Songfestival kunnen genereren.
Of en in hoeverre de plannen daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden kan ik niet voor de volle honderd procent garanderen maar dat er serieus sprake van is, daar steek ik mijn hand voor in het vuur.
Wat ik echter wel durf te beweren, is dat een ouderwetse jazzclub alle grond - in ieder geval financieel - van bestaan zou ontberen, dus zo'n voorstelling moet de geïnteresseerde zich daar zeker niet van maken. Houd maar even in gedachte, dat zelfs in wereldsteden als New York en Londen echte jazzclub's een vaak zeer marginaal bestaan leiden en verontrustend vaak de pijp aan Maarten geven.
Een kruising tussen het Bim-huis en de Melkweg met een hoog gehalte aan zeurzangeressen en dj's lijkt mij - in het huidige muzikale landschap - een meer voor de hand liggend idee en dus in de lijn der verwachtingen te liggen.
Het enige echte pijnpunt zou de toegankelijkheid van de locatie vormen - midden in een woongebied - voor bezoekers die per auto willen komen. Weliswaar wordt er een parkeergarage voor 200 voertuigen gerealiseerd maar dat zal bij lange na niet genoeg zijn om de verwachte toestroom van festivalbezoekers op te vangen. Nou ja als pleister op die wonde heeft de deelraad besloten een stalling voor 1200 fietsen te bouwen.
Waarbij ik dan aanteken, dat het ook qua bezoekers toch redelijk internationale karakter van het North Sea Songfestival mogelijk wordt ingeruild voor een meer lokaal getint feestje. Iets in de trant van het Bredase Jazz Festival. Het waarom van dit alles is simpelweg gelegen in het feit, dat er in de jazz gewoon niet genoeg aansprekende namen meer voorhanden zijn. De bronnen aan echte jazz publiekstrekkers raken opgedroogd of beter uitgestorven en wat die plaats zou kunnen innemen heeft weinig tot geen banden met jazz meer.
Es war einmal und kommt nie wieder.

Herbert


First published 27.04.2008

Jazz wordt swingend!


Soms ontdek je bij toeval dat je de geboorte van een echte hype meemaakt.
Zoals bijvoorbeeld eind jaren negentig beleggers plotseling massaal op het Internet vielen.
Het Internet werd een hype, het geld stroomde toe, de luchtballon werd groter en groter.....
Kaboem, en weg poen. Hype over.
De geboorte van de hype die ik momenteel denk mee te maken is.........dat jazz swingt.
Nee, ik ben serieus. Echt waar, jazz schijnt te kunnen swingen.

Ergens in maart valt mijn oog op een advertentie waarin een optreden van zangeres Dee Dee Bridgewater wordt aangekondigd in het Amsterdamse Concertgebouw. Mijn aandacht werd niet getrokken door Dee Dee, hoewel beslist een zangers van klasse, maar door het zwarte balkje met de tekst ‘Met gratis afterparty en swingende jazzband', dat dwars over de advertentie liep.



‘Swingende jazzband'? Wat is dat voor iets achterlijks. Verder zou ik er geen aandacht aan hebben besteed als twee weken later in een andere krant niet stond:
‘De zanger werd begeleid door een swingend jazzquartet.' De definitieve doorbraak voor de swingers kwam met een artikeltje dat ik een paar weken later las betreffende the New Cool Collective. Want daar viel te lezen: ‘......dat jazz ook hip en swingend kan zijn.'



Tja, als er binnen een paar weken in verschillende media wordt beweerd dat er swingende jazz bestaat, dan moet ik dat wel geloven, dan is er ook duidelijk sprake van een hype.
Het is voor mij ook een nieuw fenomeen jazz die swingt. Kijk je had natuurlijk allang jazz die niet swingde, speciaal jazz die op Hollandse podia ten gehore werd gebracht door vaderlandse musici. Daar kon je de voetjes rustig bij stil houden. Wat er de laatste dertig, veertig jaar in Nederland grosso modo te horen viel, was onder de noemer ‘hier wordt niet geswingd' samen te vatten. Maar daar schijnt dus nu verandering in te komen.
De vraag die boven het woordje ‘jazz' blijft zweven is simpel, wat was dit dan voor jazz de jazz die dus niet swingde? Nu, die vraag is eenvoudig te beantwoorden, met het woordje ‘jazz' werd langzamerhand een lading gedekt die niets meer met de oorspronkelijke betekenis van doen had. Jazz is namelijk altijd swingend geweest, zonder swing geen jazz.
Echter muziek die kant noch wal raakte had ook behoefte aan een benaming en heeft het woord gekaapt, bij gebrek aan een doeltreffende verdediging. Het woord jazz werd gewoon op alles geplakt wat maar even het niveau van Corrie en de Rekels, BZN en de Havenzangers ontsteeg.
Dan worden Lee Towers en Gerard Joling plotseling jazzzangers en vergrijpt Trijntje Oosterhuis zich aan ‘Strange Fruit'.
Eigenlijk ligt het nog eenvoudiger. Is de betekenis van het woord jazz al volledig geërodeerd de betekenis van het woord swing is dat ook. Als ergens een ritme te bekennen valt: Swing.
Van de Kapel van de Koninklijke Luchtmacht tot aan dj Testikel: Swing. Dit land swingt de pan uit. Maar ik niet, want toevallig speel ik MargeMuziek en die swingt gelukkig niet.

Herbert



First published 27.02.2008

De Geur van Rat


"I smell a rat" zeggen ze in de USA als ze vermoeden, dat er iets niet in de haak is.
Die geur van rat kreeg ik ook in mijn neus bij de opmars van de house en opvolgende verwanten. Altijd had ik het idee, dat er iets niet deugde en dan was het niet het de link die ik bijna automatisch legde met marsliederen uit een bepaald tijdperk maar het soort gevoel dat je bij sommige goochelaars ook hebt, je weet dat je belazerd wordt alleen je weet niet hoe.
Ruim een kwart eeuw na de opmars van de synthetische ellende denk ik dat ik erachter ben, wat mijn nekharen deed kriebelen: Pure diefstal.
Dat house en aanverwant geluid - muziek is in mijn ongenuanceerde optiek iets anders - originaliteit ontbeerden dat was al duidelijk na de eerste geluidsflarden die tot mij kwamen.
Jatwerk was het, van elektronische pioniers als Henk Badings tot Terry Riley en KarlHeinz Stockhausen. De ritme basis, daar kreeg ik echter geen vinger achter. Hadden ze die zelf uitgevonden en ontwikkeld? En indien ja, waarom klonk de rest dan zo stompzinnig?
Mijn fulmineren tegen alles wat dj was ging door maar toch had ik dat onbestemde gevoel, die geur van rat. Van de week had ik mijn aha-erlebnis en kwam ik erachter wat de geur verspreidde: De ‘Amen Break'.
Niet de vier maten drumsolo, die met deze titel worden aangeduid, maar het misbruik van die drumsolo.
In 1968 formeert een zestal musici in Washington D.C. een band genaamd The Winstons*). Zij slagen er in een contract te krijgen bij een platenmaat-
schappijtje en er komt in 1969 een single uit met op de A-kant ‘Color him Father' en op de B-kant ‘Amen-Brother' een up-tempo versie van een gospelklassieker. Drummer bij de groep is Gregory C. Coleman die zijn sporen verdient heeft bij o.a. Otis Redding en Curtis Mayfield.
In het nummer ‘Amen-Brother' krijgt Gregory de hoogte en speelt een viertal maten - ongeveer 5,6 sec. - zonder de andere instrumenten. Nu komt het: Deze viertal maten vormt de basis van wat later drum ‘n' bass, ambient en jungle genoemd wordt, ook samen te vatten onder de noemer ‘house', hoewel dit voor puristen in die kringen veel te kort door de bocht zal zijn. De 4 maten lange drumsolo van Gregory wordt geript en volgen een lange weg langs allerlei beroemde namen uit dit wereldje en daar buiten die dankbaar gebruik maken van de samples.
Reclamejingles worden opgeleukt met de ‘beats' en verder elke denkbare vorm van popmuziek. Hoe origineel kan men in die wereld van muziekroof-
ridders uit de hoek komen.
De diefstal bestaat eruit, dat de bedenker van deze meest gebruikte drumsolo aller tijden, daar nooit een cent voor gevangen heeft en er evenmin bekend mee is geworden. Gregory Cylvester Coleman overleed in 2006 op 62-jarige leeftijd, zijn precieze sterfdatum schijnt niet bekend te zijn.
Het feit dat de eerste geluidengoochelaar die Gregory's drumsolo misbruikte, zijn bij elkaar gepunnikte en geroofde album in 1986 als bootleg uitbracht zegt al genoeg.
Tientallen rappers, hiphoppers volgen zijn voorbeeld, iets dat tot op de dag van vandaag doorgaat. Mijn gevoel, dat er van alles mis was en is met dj's en de door hen voortgebrachte geluiden en ‘mixen' heeft mij niet bedrogen. Kortom, gebrek aan alles wat met muzikale kwaliteit te maken heeft. Gewoon foute handel over de ruggen van echte musici. Bah.

Herbert


*)Informatie afkomstig van Maurice Kamps"
First published 7.02.2008

Slachting onder platenzaken



AMSTERDAM - Boudisque behoort tot een hele rits platenzaken die het hoofd niet langer boven water kan houden.
In december ging Brutus, even verderop in de Molsteeg, dicht. De omzet van de zaak was nog maar vijftien procent van de omzet in 2000.
De stad telde in 1995 volgens O+S 119 muziekzaken. In 2006 waren dat er nog 78. Vooral begin deze eeuw ging het hard. In 2001 sloten tien zaken de deuren, in 2003 dertien. Of het nu een topveertigwinkel, een speciaalzaak of tweedehandszaak is, muziekwinkels lijken ten dode te zijn opgeschreven.
''In 1997 hadden we nog ruim 1400 leden in Nederland,'' zegt Theo van Sloten van brancheorganisatie NVGD. ''Nu nog 981. Die daling zal nog wel een tijdje doorgaan. Vooral als je een algemene cd-zaak bent, heb je het nu heel moeilijk.''
Zaken die het wel overleven, houden het hoofd met moeite boven water. ''De omzetten staan onder druk. Niet alleen door illegaal downloaden of het kopiëren van cd's, ook omdat het aanbod van amusementsproducten als games en mobieltjes veel groter is geworden. Een euro kan je maar één keer uitgeven.''
Ketens doen het wel goed. Free Record Shop meldt zelfs een omzetstijging van twintig procent in 2007 - ook met de verkoop van muziek en dvd's zette het bedrijf, meer om. ''Ketens hebben het voordeel dat ze groot kunnen inkopen, waardoor de inkoopprijs laag blijft.''

Zo luidde het bericht in Het Parool van 5 februari 2008
De kleinere muziekzaakjes gaan als witjes en deze forse terugloop wordt voornamelijk geweten aan de nog immer toenemende mogelijkheden van het downloaden van muziek. Want, zo luidt de verkondigde stelregel, het wordt steeds eenvoudiger om gratis muziek in bezit te krijgen met als gevolg, dat niemand meer een cd in de winkel gaat kopen. Natuurlijk vind je hier een deel van de teloorgang door verklaard. Een ander deel is gelegen in de prijsstelling van de cd, die in het algemeen als ‘zakken vullend' wordt omschreven.
De industrie heeft jarenlang geprofiteerd van een monopoly positie betreffende het op de markt brengen van muziek en, voeg ik dan fijntjes toe, misbruik gemaakt van die positie.
Een vraag die bij mij opkomt is evenwel, over welke muziek hebben zij het eigenlijk?
Vermoedelijk niet over jazz, blues, moderne muziek en nog wat specialistische muziek maar over pop, rock en aanverwante soorten.
En dan kan ik die instorting van de markt wel een beetje verklaren. Als je maar consequent een eenheidsworst opdient, gaat de trek op een gegeven moment wel over. Tel daar de neiging van veel mensen om voor een dubbeltje op de eerste rang te willen zitten bij op en het plaatje begint aardig vorm te krijgen. De eenheidsworst consumenten willen nog steeds wel bijten maar constateren dat de worst tegen aanzienlijk lagere investering niet minder smaakt en daar gaat je handel.
Zouden er misschien te weinig echt creatieve geesten in de muziekindustrie rondlopen en heeft het managers-dom ook hier vernietigend toegeslagen?, ik denk van wel. Zijdelings heb ik wel eens met die tak van sport te maken gehad en daar werd ik niet echt vrolijk van. De muzikale waarheid dacht men in pacht te hebben terwijl de realiteit keer op keer laat zien, dat niemand van te voren kan bepalen of iets aanslaat of niet. Omdat bij de grote maatschappijen in de eerste plaats de belangen van de investeerders moesten worden behartigt was de tendens het spel op safe te spelen. De gevolgen van deze handelwijze op de creatieve inbreng treden nu onbarmhartig aan het licht. Heeft men het publiek eenmaal aan een slechte smaak gewend dan is het bijna onmogelijk om die weer naar kwaliteit om te buigen. Dat is met voedsel en drank zo, dat is ook met muziek het geval.
Andere vraag is of we daar eigenlijk rouwig om dienen te zijn? Als je het mij vraagt, nee dus.
Als Jantje en Thea Modaal niet meer bij de reguliere platelaar aan hun gerief komen maar het op internet bij elkaar scharrelen, mijn zegen hebben ze. Misschien komen ze bij hun surftochten ook eens in contact met echte muziek, gaat er toch nog een wereld voor ze open.

Herbert

First published 17.01.2008

Hoezo Auteursrechten?


In menige column van mijn hand heb ik de staf gebroken over de ‘roofridders van de moderne tijd' te weten de dj's. En terecht blijkt weer.
Een paar jaar geleden kwam ik erachter dat van mijn vriend Paul Weeden op het internet een song circuleerde die ge- of misbruikt werd door een dj. Er waren door die dj ook cd's en singles in de handel gebracht met Paul zijn song en tegen betaling valt de song ook te down-loaden.
Hiervan stelde ik de gitarist en componist meteen in kennis en vroeg of hem dit bekend was. Paul wist nergens vanaf en had uiteraard geen stuiver ontvangen voor het gebruik van zijn compositie. De door deze roofzucht hoogst onaangenaam getroffen musicus schakelde vervolgens de Noorse Muzikanten Vakbond in.
De Noren zijn actie gaan ondernemen met als resultaat, dat - de inmiddels 85-jarige - Paul vorige week een leuk bedrag aan achterstallige - nu zeg ik het vriendelijk - auteursrechten kon innen. Daar is dus wel ruim twee jaar en een behoorlijke dosis inspanning aan vooraf gegaan.
Wat mij zo misselijk maakt bij het hele gedoe is niet alleen het feit, dat men een auteur zijn rechten niet doet toekomen maar tevens, dat men zijn compositie nog eens gruwelijk verminkt.
De song uit 1971(!) is een fraai stukje gitaarspel, de ‘mix' uit 1998 een door de computer gehaalde narigheid, die van het origineel weinig overlaat.
Op YouTube staat ook nog een promotieclip van Paul's gemaltraiteerde song.
De vraag die zich opdringt, is hoe kan aan een auteur bescherming worden geboden tegen oneigenlijk niet geautoriseerd gebruik van een compositie?
Het antwoord is onthutsend eenvoudig: ‘Niet dus'.
Het is dat ik er achter gekomen ben door snuffelwerk en wat geluk maar Paul zelf zou de ontdekking hoogst waarschijnlijk nooit gedaan hebben.
Het wachten is op een volgende flagrante schending van intellectueel eigendom.

Eten en muziek

‘Bij de lamsniertjes zetten wij Paul Desmond' schreef ik ooit gekscherend in een van mijn columns. Ik had echter buiten chef-kok Pierre Wind gerekend. Pierre wist -na een ingeving en 14-dagen lang experimenteren, elementen uit bladmuziek om te zetten in smaakarrangementen.
Het werd gedemonstreerd in het tv-programma ‘De Wereld Draait Door' met lichte muziek, Pierre had een gitariste/songwriter meegebracht die e.e.a. muzikaal zou verduidelijken. Ik schoot ernstig in de lach toen deze jongedame meedeelde: ‘Ik kan eigenlijk geen noten lezen' maar dit terzijde. Wat ik begrepen heb is dat aan muziek of beter aan het notenbeeld en smaak en bereidingswijze kan worden gekoppeld althans in de visie van Pierre. Een maatsoort vormt een aanduiding voor het type gerecht, de mollen en kruizen voor de bereidingswijze, de noten worden gelinkt aan de basissmaken en dat is het dan.
Een walsje in A wordt dan vertaald naar een gekookte zoete soep en een blues in B naar een gekookt hoofdgerecht met een zeep (!?) smaak.
Pierre was behoorlijk begeesterd door zijn ‘vinding' en zag een grootse toekomst weggelegd voor deze combinatie van muziek en smaak. Nog net geen Nobelprijs binnen verschiet maar in zijn optie scheelde het niet veel.
Zijnde zelf een niet onverdienstelijke pollepel-zwaaier, wijnliefhebber en muzikant kan ik toch helemaal niets met Pierre Wind's idee. Heeft in ieder geval te maken met hoe mijn hersens werken.
Als ik mij op de muziek concentreer proef ik minder van het eten en als ik mijn aandacht op de hap vestig dan raakt de muziek op de achtergrond. Luisteren is namelijk een simpeler hersenfunctie dan eten. Je kunt best onder het genieten van een mooi stuk muziek een hapje tot je nemen maar onder het genot van een voortreffelijke maaltijd geconcentreerd naar een mooi stuk muziek luisteren is een bijna onbegonnen opgave. Bij eten zijn namelijk al je zintuigen actief, je vingers (tenminste voor een gerecht dat je met je vingers eet, hoe voelt het) je ogen (hoe ziet het eruit?), je oren (een knapperig geluid of juist klef) je neus (hoe ruikt het)en vervolgens je smaakpapillen ( hoe smaakt het). Bij zulk een beslag op je hersen activiteit blijft er voor muziek op de achtergrond bitter weinig aandacht over. Mijn meest frustrerende ervaringen als optredend muzikant zijn dan ook die paar keer geweest, dat ik als entourage was ingehuurd ter omhulling van een feestelijke maaltijd. Echt niet te geloven hoe vreselijk dat is al die vretende en zuipende mensen vlak voor je neus.

Herbert
Previous Columns/Vorige columns 2013 2012 2011 2010 2009 2007 2006 2005 2004 2003 2002 2001 2000 1999 1998
Infopage Songbook for Hammondorgan Guitarbooks CD's for sale