Personnel: Rusty Bryant (tenor sax), Hank Marr (piano), Jimmy Rogers? (drums), Paul Weeden(guitar), Janey Turner? (vocal).
This was the Classics BLUES & RHYTHM SERIES 1952-1954 installment for jump-blues saxophone man Rusty Bryant collects 21 tracks recorded for the Dot label. A jazzman by training, Bryant was playing a decidedly raw version of the form at a time when the complex harmonic structures of bebop were all the rage. The live takes of "Castle Rock" and "Night Train" that kick off the set, however, explode with the driving energy of the earliest R&B/rock-&-roll groups. While it might come across as simple stuff compared to what Charlie Parker was doing, the music brims with such joy and zest it's difficult not to fall quickly in love with it.
This, the first volume reissuing Rusty's fine work for Dot Records in the early 1950s, encompasses fine, original compositions from Hank Marr, cover versions of hits by Joe Liggins and Eddie Chamblee and even a few retitled "originals" (for example, Blow) Recording information: Columbus, OH (1952-1955); New York, NY (1952-1955).
Harlem Kiddies 1967
King George voc., Billie Jo Thomas, Jesse Wilks, Dave Turnbull sax, Paul Weeden gtr. & Grave Hansen.
Don Patterson (Hammond B3), Paul Weeden (guitar) Billy James (drums)
Ben Webster and Paul Weeden probably in the Paradiso Amsterdam (1969- 1970)
????(ten sax),Don Patterson (Hammond B3), Paul Weeden (guitar), Billy James (drums)
Lou Bennett (Hammond B3), Paul Weeden (guitar)
Don Patterson?(Hammond B3?), Paul Weeden (guitar), Billy James (drums)
Jaki Byard (piano), Niels-Henning Ørsted Pedersen (bass), Espen Rud (drums), Clark Terry(trumpet), Paul Weeden(guitar).
Molde Jazzfestival 1971
I found a similar clip a couple of years ago and placed a link but suddenly this clip has been removed and I thought it was lost.
Two years ago I wrote: There were more clips from the same source. We can't enjoy them anymore. Bad and sad.
But to my unspeakable joy I found a copy on Betamax in my own collection. The Betamax tape was damaged
but I restored almost 70% and it's suitable to put a clip on YouTube.
The event took place on the 4th of July 1988 in Montreal during the Montreal Jazz Festival.
Diana Schuur sings with The Count Basie Orchestra conducted by Frank Foster.
This clip that has been posted on YouTube is hot. The rhythm section is consisting of:
Carl 'Ace' Carter Piano
Cleveland Eaton - Bass
Gregory Field - drums
Paul Weeden - guitar
Great solo's from Carl Carter and Cleveland Eaton with the magnificent support of Paul
By the way: For people who don't know what swing is, listen to it.
Ergens in 1983 plofte er een grote bruine enveloppe op de deurmat. Aan de postzegels zag ik dat deze post uit Noorwegen kwam en nieuwsgierig opende ik de enveloppe.
De inhoud bestond uit een grote foto een brief en een biografie. De foto toonde een glimlachende gitarist en in de brief stond, dat hij van mij gehoord had en dat hij bij gelegenheid graag eens met mij zou willen samenspelen. De biografie liet een indrukwekkende lijst van musici en platen zien en dat ik mij daardoor plezierig verrast voelde zal ik niet ontkennen. In de Nederlandse jazzscene werd ik als een buitenbeentje beschouwd, in de hand gewerkt door het instrument dat ik bespeelde, breek me de bek niet open. Dus dat hier een musicus die o.a. maar liefst zes lp's met Don Patterson op zijn naam had staan zich aanbood om samen met mij muziek te gaan maken was bijna niet te geloven. Ik schreef hem terug, dat ik ging trachten om een en ander te realiseren. Een beetje terughoudend was ik wel, want ik besefte maar al te goed dat zoiets makkelijker gezegd dan gedaan was. Is het huidige jazzklimaat in Nederland al niet om over naar huis te schrijven in de tachtiger jaren was het nauwelijks beter, zeker wat de financiën betreft. En wie kende Paul Weeden tenslotte, ook maar een handjevol kenners. Het duurde dan ook tot 1986 voordat mijn vrouw en ik er in slaagden een kort tourtje in elkaar te draaien. Toen ik Paul voor het eerst ontmoette was er meteen een ‘click'. Zowel de persoon als de muzikant ontpopte zich als een vriendelijke, wereldwijze maar ook nieuwsgierige man die zich snel aanpaste aan zijn medemusici. Van Kenny Burrell en Ray Brown hoorde ik later, dat Paul een echte ‘musician's musician' was zoals de Amerikanen zo treffend zeggen. Alles in dienst stellen van de groep om die naar een hoger niveau te tillen.
Die eerste toer was meteen een feestje. Samen met de uit Chicago afkomstige Tommy ‘Madman' Jones op sax en Fred Cohen op drums, trokken wij het hele land door, van Venlo tot Groningen. Het jaar daarop werd een nieuwe tour georganiseerd, ditmaal met Charlie Green trompet, Fred Leeflang tenorsax en Rick Hollander op drums. Aan het einde van deze tour doken wij de studio van Max Bolleman in hetgeen resulteerde in de lp Clear Sight. Tot mijn grote vreugde kreeg deze lp een zeer goede recensie in Cadence. Daarna heb ik nog een paar jaar met Paul door Nederland getoerd o.a. samen met Rinus Groeneveld en Pierre van der Linden en nog twee plaatopnamen gemaakt die respectievelijk in Engeland en Duitsland werden uitgebracht.
Op deze opnamen zijn ook een aantal composities van Paul vastgelegd. Paul had een fors aantal nummers geschreven die door bekende en minder bekende musici op de plaat waren vastgelegd o.a. door Wynton Kelly en Gene Ammons.
Paul was een bescheiden mens, net zo min als hij zich voorstond op alle bekende musici waarmee hij was opgetreden, net zo min ging hij prat op zijn innige vriendschap met Wes Montgomery. Zo heb ik later pas van een van Paul's zusters vernomen, dat de buurjongens Paul en Wes altijd samen bezig waren een aparte gitaarstijl te ontwikkelen, onder meer gebaseerd op het spelen met de duim.
Paul zwierf over de hele wereld o.a. als opvolger van Freddie Green in de Count Basie Orchestra onder leiding van Frank Foster. Zo zat ik eens naar een BBC programma te kijken
waarin Diane Schuur optrad met deze band en zag ik plotseling Paul in beeld verschijnen.
Praktisch alle Hammondorganisten van Lou Bennett tot Melvin Rhyne en Jimmy Smith hebben wel eens een beroep op Paul gedaan, want hij wist als geen ander hoe een Hammond te begeleiden.
Wat Paul tot zo'n gewilde begeleider maakte was vooral zijn timing en akkoordenkeus.
Tussen 1974 en 1987 zijn er op een enkele lokale Noorse uitgave na, geen platen van Paul verschenen. Daar was een reden voor. In 1974 werd door RCA de plaat Attakullaculla uitgebracht. Hierop is Paul te horen met de Noorse pianist Egil Kapstad. Het is een bijzondere plaat waarop mooie muziek gemaakt wordt. Toen Paul in 1975 in New York was liep hij bij het hoofdkantoor van RCA binnen om over zijn plaat te praten. Tot Paul's verbijstering wilde men hem niet ontvangen omdat hij een ‘minor artist' was, kortom van geen belang voor de
inkomsten van RCA. Paul nam toen het besluit om nooit meer voor een platenmaatschappij te werken. Het kostte dan ook veel overredingskracht om Paul de studio in te krijgen om ‘Clear Sight' op te nemen.
Een ander opmerkelijk verhaal dat ik over Paul hoorde was, dat hij op een vliegveld George Benson tegen het lijf was gelopen. Paul en George kenden elkaar en George begon te klagen over het gebrek aan werk en dat het allemaal niet zo lekker liep. "How can I change it?",
vroeg George aan Paul. "Start singing", was Paul's antwoord en the rest is history. Zelf was Paul al in de tachtig toen hij met zingen begon omdat hij door een polsbreuk niet meer in staat was gitaar te spelen en toch muziek wilde blijven maken. Over dat zingen nog iets. Toen ik met Paul en Tommy in een club in Maastricht optrad zaten er op de eerste rij een paar
fraaie blonde dames. Halverwege de tweede helft van het concert werd het Paul te machtig en barstte hij spontaan in een enigszins scabreuze blues uit, die bijna twintig minuten duurde
en het publiek tot uitbundige reactie bracht.
Hoewel wij het er nooit expliciet over hadden, was de reden van Paul's vertrek uit Amerika in 1966 en zijn domicilie in eerst Zweden en naderhand Noorwegen voor een deel gelegen in het feit, dat Paul meer dan genoeg had van de altijd aanwezige ondertoon van racisme in de USA. Het beklemde hem en ondanks het succes dat hij met Don Patterson en Billy James had, ze speelden bijna elke dag en werden goed betaald, vertrok hij uit de USA.
Aan het eind van de zestiger jaren kwam Paul voor het eerst naar Nederland. Zo speelde hij in 1969 met o.a. Carl Schulze, Theo Loevendie en Rein de Graaf in het Lurelei theater en Paradiso. Optredens die op de radio werden uitgezonden. Hij heeft zelfs een tijdje in Amsterdam verbleven in de woning van Ischa Meijer. Toen Paul weer eens voor een tournee in Amsterdam was, liet hij weten graag in contact met Ischa te komen. Het kostte mij wel enige moeite om uit te vinden dat hij Ischa bedoelde want uit wat Paul voor naam noemde kon ik eerst geen chocola maken. Maar goed. Ischa deed eind jaren tachtig een radio programma vanuit café Eik en Linde en mijn vrouw nam Paul daarmee naar toe. Het was een prachtig moment want Ischa was midden in de uitzending toen hij Paul in het oog kreeg. Ischa's spraakwaterval stokte voor wat een eeuwigheid leek. Hij was helemaal van slag. Later zijn wij met Paul en Ischa gaan eten en dat was ook een aparte belevenis. Ischa had voor Paul duidelijk een zeer hoge waardering maar die had weinig met muziek te maken, ik kreeg een beetje het gevoel van een vader-zoon relatie. Opmerkelijk maar het fijne ben ik nooit te weten gekomen want geheimen waren bij Paul absoluut veilig en roddel en achterklap waren hem vreemd. Over andere musici liet Paul zich alleen positief uit, het feit dat je de moeite nam om muziek te willen maken, was voor hem genoeg. Wat niet wegnam, dat als je er niets van bakte, hij soms ongezouten commentaar gaf maar altijd opbouwend.
Overigens is er ook een literaire link tussen Paul en Nederland. In zijn boek ‘Een blauwe golf aan de kust' van Henk Romijn Meijer (1986) komt Paul ook een paar maal voor. Henk die zelf een niet onaardige gitarist was, beschrijft hoe Paul een concert bij iemand thuis geeft. Het wordt steeds rumoeriger door het overvloedige drankgebruik en op een gegeven moment besluit Paul maar te stoppen, want hij kan niet meer boven het lawaai uitkomen. Henk heeft dat fraai beschreven.
Ik heb samen met mijn vrouw - miss manager, zei Paul altijd - Paul met zijn Noorse Gunn een aantal malen opgezocht in Noorwegen. Hij was daar zeer gezien en heeft diverse onderscheidingen van het Noorse ministerie van onderwijs en cultuur ontvangen vanwege zijn activiteiten ter verspreiding van de jazz in Noorwegen. In dezelfde zaal waar de Nobelprijzen worden uitgereikt werd Paul gefêteerd, gelauwerd en toe-gezongen en -gespeeld.
Hij gaf cursussen voor aankomende jazzmuzikanten en speciale masterclasses onder meer in de USA, Frankrijk en IJsland voor de gevorderden. Ook in Nederland heeft Paul verschillende druk bezochte workshops gegeven.
Als een goede jazzmuzikant en een mooi mens zo zal ik mij Paul altijd blijven herinneren. Gelukkig valt zijn muziek nog te beluisteren en hoewel het maar twee minuten en veertig
seconden duurt laat ‘Happy With Paul' van de cd ‘Watch Out for the Jazzpolice' perfect horen wat Paul voor een inspirerende jazzmusicus was.
Herbert Noord
Wie Paul wil horen en zien kan terecht op YouTube, daar valt hij samen met een andere coryfee uit de jazz, Wim Overgaauw, te bewonderen.
We have lost a good friend and musician. Yet, he will never be for gotten! Jimmy was the king of the organ and has inspired many organists! He was here in Oslo not long ago and I called him at the hotel he was staying at. When I said whom, I was, he said: "Who in the hell are you?" and we had a big laugh. I had just played a gig earlier. We had a good time talking about many old and new things. He said to me, I need a comb, so I went out and bought him one. There came three taxis to take him and his band to the gig. He said, get your ass in the car. When we got to the gig, we talked a lot while his band was playing. Later on, he said to the club owner that he was hungry, who sent someone to get some food and Jimmy said: "Don't forget Paul." I was hungry after I had played. We ate, talked and had a good time. To my surprise, he had to be helped on the stage and had a bass player because he could not use his left hand! He played like hell! Jimmy, as you know, was the king who inspired many. I first met Jimmy when I lived in Philadelphia and played in the Don Gardner band with him. I knew then that he was someone who would make it. I have sat in with him many times. He uses to say that the Hammond has body. It's got depth and resonance. It has clarity and quality, and with the Hammond, you feel it in your bones. His hard drive has made everyone feel what he was doing. Jimmy must be credited breaking new ground. He had many imitators. A real genius and has inspired many organist and other musicians. He heard Wild Bill Davis playing organ and was laid out. He told Downbeat some years ago: "When Bill finished playing I snuck upon the band stand to touch the organ. It was so soft and I knew I could play it." You see, we were playing r&b with Don Gardner and Jimmy was playing piano in the 40's and early 50' s. He had to borrow money in 1954 I think it was to buy his first Hammond organ. I remember that he uses to practice in a ware house in Philly. When I asked how he was doing, he said: "Fine." He liked the sound of Gene Ammons, Illinos Jaquet, and Arnett Cobb. Jimmy uses to say that it is the feeling that is important. He never liked drummers that he couldn't feel. To him, if he is too loud, he is out of it.
Take care and play for Jimmy.
In the beginning of this March the plans are to do a studio recording with Paul performing as a singer. Paul, who claimed to be the one to have given George Benson the advise to sing, will now do a recording session where he will account for the singing.
We keep you informed about this happening.